Nederlands 3

In dit deel van mijn blog vind je mijn verslag als cultuurparticipant voor Nederlands 3. Ik zal hier vertellen over de boeken die ik lees, artikels die ik interessant vond en cultuurevenementen die ik heb bijgewoond. 

Worst case scenario in de kuub

Voor mijn verjaardag kreeg ik dit jaar van mijn zussen tickets voor dEUS in de kuub. Na een hele tijd niet te hebben opgetreden stoften ze hun instrumenten af voor twee
try-outs in De Kuub in Turnhout. In deze try-outs bereidde de Belgische bands zich voor op optredens op grotere podia tijdens het festivalseizoen. De gelegenheid voor deze optredens was het dertigjarige bestaan van hun eerste album Worst case scenario.
Dit was dan ook het album dat ze integraal speelden.

 

De Kuub staat ervoor bekend een gezellige zaal te zijn waar artiesten erg dicht bij het publiek staan, dit was voor dEUS perfect om hun setlist af te toetsen. Samen met mijn vader, twee zussen en schoonbroer trok ik op 29 mei naar De Kuub om deze band, die ik eerlijk gezegd nog niet heel erg goed kende, te gaan bekijken. Met als openingsnummer Jigsaw you kregen ze meteen de hele zaal stil. Het was een heel erg mooi optreden waarbij de zaal met momenten in stilte naar de band aan het luisteren was, maar wanneer hits als Roses of Suds & soda gespeeld werden kreeg de band het publiek ook echt aan het dansen.

 

Ik had van dEUS persoonlijk weinig verwachtingen omdat ik weinig van hun nummers kende. Ik ben dan ook heel erg aangenaam verrast door het optreden. Wanneer ik naar optredens kijk ben ik altijd heel erg gefascineerd door de muzikanten naast de zanger en bij dEUS was dit zeker niet anders. Eén van de muzikanten speelde zo op de piano, slagwerk, maar nam op een gegeven moment ook een elektrische viool in de hand. Zelf speel ik drums en gitaar waardoor ik ook graag kijk naar de bandleden die deze instrumenten bespelen. Op dat vlak vond ik dEUS ook heel erg sterk. De band was, zeker gezien het een try-out was, heel erg strak. De specifieke ‘sound’ van dEUS vond ik ook heel erg leuk.

 

De kers op de taart bij dEUS is natuurlijk Tom Barman die de nummers op een even mooie manier zingt als dat hij ze op een sympathieke manier aan elkaar praat. Ook toen het even misliep bij de geluidstechnici maakte hij een snel grapje en vroeg hij de technici het probleem op te losse terwijl hij het publiek toesprak.

 

Ik vond het optreden een heel fijne ervaring. Ik vind het altijd leuk om muziek te leren kennen, maar ik vind het toch extra leuk als het gaat om een band die toch een heel grote invloed heeft gehad op de Belgische muziekwereld.

Wat ik ook opvallend vond was de verscheidenheid aan leeftijden die in het publiek stonden. Ik had gedacht dat ik zo ongeveer wel de jongste zou zijn, maar toen ik tijdens het optreden rondkeek herkende ik enkele van mijn leden van de scouts. (leeftijd van het eerste en tweede middelbaar.

 

 

 

Artikel uit Vaktijdschrift Over Taal

Online tienertaal en het effect van de gesprekspartner

Dit artikel gaat over het effect van de gesprekspartner op de taal die jongeren gebruiken wanneer ze chatten. Tijdschrift Over Taal heeft een onderzoek afgenomen om dit fenomeen te onderzoeken. Daarbij vroegen ze aan leerlingen van verschillende scholen en verschillende richtingen om hun chatberichten te delen. Ze verzamelden op die manier zo’n 450 000(!) chatberichten van jongeren. Het ging om berichten tussen jongeren van dezelfde leeftijd, over verschillende richtingen heen en tussen jongeren en volwassenen. Wanneer er onderzoek van deze soort wordt gedaan worden jongeren vaak over het hoofd gezien, dit onderzoek diende ervoor om deze gaten in het onderzoek te dichten.

Uit het onderzoek bleek dat ook jongeren zich aanpassen aan hun gesprekspartner wanneer ze chatten. Wat meteen opviel was dat de aanpassing of accommodatie vooral gebeurt wanneer er gestuurd werd met iemand van het andere geslacht. Jongens nemen een meer ‘vrouwelijke’ schrijfstijl over en laten kenmerken die eerder worden gezien als mannelijk achterwegen en meisjes doen het omgekeerd. Wat het chatten tussen meisjes typeert is dat ze meer expressief met elkaar communiceren en dat ze veel emoticons gebruiken. Bij jongens werd gemerkt dat er veel spreektaal en slang werd gebruikt.

Wanneer jongens en meisjes met elkaar chatten werd opgemerkt dat jongens het spreektalige en de slang een beetje lieten vallen en dat meisjes minder expressief en minder emoticons sturen. Wat wel opviel was dat in groepsgesprekken met meerdere gesprekspartners beide partijen er eerder voor kiezen om hun genderidentiteit te uiten door middel van hun schrijfstijl en dat de accommodatie verminderde.

Uit chatberichten tussen jongeren van verschillende richtingen bleek dat de accommodatie naar de gesprekspartner ook gebeurde maar minder accuraat was. Wanneer er met mensen uit bso werd gestuurd viel vooral op dat de expressieve kenmerken meer gebruikt werden.

Wanneer jongeren chatten met volwassene zagen de onderzoekers ook een verandering in schrijfstijl. De typische chatstijl werd achterwegen gelaten en maakte plaats voor eerder algemeen Nederlands.

 

Ik vond het een heel erg interessant artikel, de titel sprak mij direct aan. Ik vind het erg leuk om over dit soort dingen te lezen omdat er, zoals het artikel zegt, nog niet veel over geweten is. Ik merk bij mijzelf ook dat ik op een andere manier naar mijn vrienden stuur dan naar mijn vriendin of naar mijn ouders.

Ik denk ook dat het een interessant onderwerp is om in de klas te bespreken als het gaat over online etiquette of de verschillende taalregisters. Vaak als het daarover gaat wordt de email aangehaald maar dat is voor veel jongeren iets dat ze enkel gebruiken op school. Verder denk ik ook dat het belangrijk is dat jongeren beseffen dat ze hun taal aanpassen aan hun gesprekspartner, zowel online als offline.

 

Bron: Hilte, L. (2021). Online tienertaal en het effect van de gesprekspartner. In Tijdschrift Over Taal. https://overtaal.be/wp-content/uploads/2021/11/Hilte_2021_DEFINITIEF.pdf

 

 

Van 'Pluk van de Petteflet' tot Jeroen Brouwers: vernieuwde canon van Nederlandstalige literatuur zet nieuwe klassiekers in de kijker

 

Dit artikel gaat over de vernieuwde versie van de literaire canon. De literaire canon is een lijst van 50 literaire werken. De voorwaarden om te kunnen verschijnen in deze lijst zijn dat het werk origineel in het Nederlands geschreven moet zijn, dat het werk minstens 25 jaar oud is en dat de auteur van het werk is overleden. De literaire canon heeft als doel een gids te zijn voor lezers om hen de weg naar de belangrijkste en “beste” werken in de Nederlandse taal te wijzen. Het is een initiatief van KANTL (Koninklijke academie van Nederlandse Taal en Letteren) waarbij door een commissie van acht personen wordt beslist welke werken de lijst halen.

 

Vijf jaar na de vorige editie kwam dit jaar weer een nieuwe uit. Vanaf het begin werd duidelijk gemaakt dat de literaire canon een dynamische lijst van 50 werken zou zijn. Dat wil zeggen dat er werken zullen worden toegevoegd maar natuurlijk ook zullen worden geschrapt. Bij deze editie valt het op dat er veel boeken van schrijfsters zijn toegevoegd. Ook valt op dat er een categorie is toegevoegd voor kinderboeken.

Wel wordt zoals ervoor de lijst opgesteld uit 50 + 1 boeken. De blinde vlek staat er wederom in.

 

Ik vind het initiatief van de literaire canon iets heel erg leuk. Ik leerde er voor het eerst over in het zesde middelbaar, toen moesten we de voorwaarden van de lijst leren en namen we enkele hoofdstukken van Max Havelaar van Multatuli door. Ook in mijn eerste jaar van de lerarenopleiding in Gent lag bij Nederlands de nadruk bij de leesopdrachten op de canon waarbij we echt werden aangemoedigd om hieruit te kiezen en werden verplicht om er minstens één uit te lezen. Uit de literaire canon las ik ondertussen al Het boek alfa van Ivo Michiels, en bezonken rood van Jeroen Brouwers. Pluk van de Petteflet werd bij mij thuis vaak voorgelezen voor het slapengaan en De ontdekking van de hemel van Harry Mulisch ben ik nu aan het lezen.

 

Hoewel ik de lijst een heel leuk initiatief vind, denk ik dat het voor de beginnende lezer bestaat uit boeken die te moeilijk of te oubollig zijn. Ik denk dat de lijst eerder kan dienen voor mensen die al wel een aantal boeken hebben gelezen maar op zoek zijn naar iets dat hen echt kan prikkelen of iets dat hen meer diepgang kan bieden.

 

Ik vind het ook een heel goed idee om de canon om de vijf jaar te herzien, elk jaar worden nieuwe werken uitgebracht waarvan bewezen kan worden dat ze over 25 jaar in de lijst horen. Ook verandert onze blik op de maatschappij waardoor de relevantie van bepaalde werken kan groeien. Ik denk dat het sowieso een goed idee was om dit jaar meer vrouwelijke schrijfsters toe te voegen aan de lijst en ik geloof dat over vijf jaar er nog zullen worden toegevoegd. Ook de categorie kinderboeken vind ik een leuke toevoeging, zoals in het artikel wordt gezegd is Pluk van de Petteflet, een boek dat een vaste voorleeswaarde is in enorm veel gezinnen, dat van mij inbegrepen.

 

 

Ik ben blij dat dit initiatief wordt voortgezet en dat er goed wordt nagedacht over de werken die bij elke editie de lijst halen. Ik denk dat het ook leuk is om de lijst te bekijken met leerlingen, al denk ik dat de meeste boeken nog wat moeilijk zijn voor leerlingen van de eerste en de tweede graad. Misschien is het een goed idee om een aparte lijst te maken voor jeugdliteratuur?

 

Bron:

Nws, V. (2025d, juli 2). Van “Pluk van de Petteflet” tot Jeroen Brouwers: vernieuwde canon van Nederlandstalige literatuur zet nieuwe klassiekers in de kijker | VRT NWS: nieuws. VRTNWS. https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2025/06/27/van-pluk-van-de-petteflet-tot-herman-de-coninck-vernieuwde-ca/

Waarom presteren jongens minder goed op school dan meisjes?

Zoals de titel al kan verklappen gaat dit artikel over de vraag waarom jongens het minder goed doen op school dan meisjes. Het is een gegeven dat al lang aangenomen wordt, maar nu ook met harde cijfers bewezen wordt. Jongens doen het inderdaad minder goed in het onderwijs. Het artikel geeft enkele voorbeelden en mogelijke oorzaken van dit fenomeen.

 

Jongens halen vaker een B- of een C-attest in het middelbaar onderwijs. Uit de cijfers blijkt dat het inderdaad voor jongens moeilijker blijkt om goede resultaten te behalen. Door dat ze een B- of een C-attest behalen moeten ze hun jaar overdoen of veranderen van richting. Dit zorgt ervoor dat jongens vaker in het ‘watervalsysteem’ belanden waarbij ze sneller heroriënteren naar een andere richting. Op het einde van het middelbaar onderwijs zitten er opmerkelijk veel meer meisjes in aso dan jongens en zitten er veel meer jongens in bso dan meisjes. Ook verlaten de jongens aanzienlijk vaker de schoolbanken voordat ze een diploma behalen. Dit zorgt er op zijn beurt dan weer voor dat de meisjes ook vaker naar het hoger onderwijs gaan dan de jongens.

 

Wat na deze bevindingen vaak volgt, is de vraag of jongens dan dommer zijn dan meisjes. Uit onderzoek blijkt dat dat niet het geval is, maar dat er wel enkele mogelijke oorzaken zijn voor de grote verschillen in resultaat in het middelbaar onderwijs.

Ten eerste wordt van jongens minder verwacht als het op school aankomt. De maatschappij verwacht niet van jongens dat ze het goed doen op school of dat ze hun best doen om goede resultaten te behalen. Langs de ene kant wordt er van een jongen verwacht dat ze energiek, stoer en uitbundig zijn, maar VUB-professor Els Consuegra verklaart dat er op dit gedrag strenger wordt gereageerd door leerkrachten op jongens dan op meisjes.

Ten tweede zouden jongens ook rolmodellen missen in het onderwijs. In het onderwijs komen leerlingen veel vaker in contact met vrouwelijke leerkrachten dan met mannelijke, wat het oordeel kan versterken dat jongens niet thuishoren in het onderwijs.

Ten derde kan het opkomen van subculturen die machogedrag verheerlijken er ook voor zorgen dat jongens minder goed presteren op school. In sommige groepen halen jongens status door een ‘slechte’ leerling te zijn, door niet te studeren of door stout te zijn in de klas.

 

Professor Consuegra benadrukt dat het belangrijk is dat hierover wordt nagedacht en dat men zich de juiste vragen stelt. Wat vinden wij als maatschappij belangrijk? Wat zijn de waarden die wij als maatschappij willen delen met onze jongeren? Zij vindt dat het belangrijk is om hierin een doordachte keuze te maken voordat we de koers van het onderwijs bepalen.

 

 

 

Ik denk dat het belangrijk is als leerkracht om hierbij stil te staan. Het is een feit dat jongens het minder goed doen in het onderwijs en daarmee moeten we aan de slag. Ik denk dat het belangrijk is dat onderzoekers als professor Cosuegra proberen te achterhalen waarom het zo is dat jongens slechter presteren en ik denk dat dat ook helpt bij het aanpakken van het probleem.

 

Hoewel ik er in geloof dat het belangrijk is voor iedereen om zo veel mogelijk uit het onderwijs te halen, begrijp ik de jongens die in het watervalsysteem belanden ook wel. Er zijn zo veel jobs waarbij een diploma in aso niet nodig is. Er zijn zo veel jongens die graag met hun handen werken en een goedbetaalde job vinden als loodgieter of elektricien. Dit zijn nog steeds jobs die door de maatschappij als ‘mannelijk’ worden bestempeld en ik denk dat dat ook één van de redenen kan zijn waarom jongens sneller afglijden in het watervalsysteem. Een jongen ziet volgens mij nu eenmaal meer kansen in een richting buiten aso dan een meisje.

 

Ik geloof wel dat dit een probleem kan zijn in het onderwijs, vooral de cultuur waarin jongens als ‘stoer’ worden gezien wanneer ze slecht presteren of zich misdragen op school lijkt mij iets dat moet worden aangepakt. Ik denk ook dat het belangrijk is dat jongens voldoende rolmodellen hebben in het onderwijs, maar ik denk niet dat de jongens moeten afgerekend worden op de richting waarin ze afstuderen en ik denk dat het niet helemaal aan het onderwijs ligt dat meer jongens niet afstuderen, maar dat het aan onze maatschappij kan liggen dat jongens meer kansen hebben op de arbeidsmarkt wanneer ze geen diploma behalen.

 

 

Bron: Nws, V. (2025b, juni 26). Waarom presteren jongens minder goed op school dan meisjes? | VRT NWS: nieuws. VRTNWS. https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2025/06/26/waarom-presteren-jongens-minder-goed-op-school-dan-meisjes/

 

Oppositie in Turnhout eist actie tegen hoge aantal schoolverlaters: 17 procent van de Turnhoutse jongeren behaalt geen secundair diploma, coalitie gaat ermee aan de slag

 

Het artikel dat ik heb gekozen gaat over het hoge aantal schoolverlaters in Turnhout. Zeventien procent van de jongeren in Turnhout behaalt geen diploma secundair onderwijs. Het Vlaams gemiddelde ligt op 13,2 en dit baart voorzitter van T.I.M Erik Vos zorgen. Ook de schoolverlaters hebben in Turnhout vaak na een jaar geen job, zo’n 20 procent.

 

Volgens Erik Vos heeft dit een negatieve invloed op de toekomst van de jongeren. Wie geen diploma heet wordt op de arbeidsmarkt sneller bestempeld als “minder talentvol of niet gemotiveerd” wat dan weer gevolgen heeft voor hun verdere carrière. Wel zegt Erik Vos dat dit beeld zeker niet altijd correct is en dat dat beeld doorprikt moet worden.

 

Erik Vos biedt ook voorstellen om dit probleem te kunnen aanpakken. Zo wil hij graag schoolverlaters begeleiden naar het tweedekansonderwijs en helpen op de arbeidsmarkt. De jongeren moeten begeleid worden in hun zoektocht naar een job die bij hen past.
Ten tweede wil hij de ouders meer betrekken. Het opleidingsniveau en vaardigheid in de Nederlandse taal van de moeder is erg bepalend voor het succes van de jongeren. Vos wil dan ook dat ouders de kans krijgen om taallessen te volgen door kinderopvang betaalbaarder te maken.

Turnhout zet al wel erg hard in op begeleiding van jongeren door van jongs af aan gezinnen op te volgen waar armoede dreigt. Er wordt extra ingezet op taallessen voor ouders om zo de taalachterstand van jongeren ook te verkleinen.

 

Ik denk dat het inderdaad belangrijk is om er voor te zorgen dat zo veel mogelijk jongeren de school verlaten met een diploma secundair onderwijs. Ik denk ook dat de mogelijke oorzaken die Erik Vos zou willen aanpakken een stap in de goede richting zijn. Ik denk dat het jongeren ten goede komt als ze thuis dezelfde taal spreken als op school. In veel huishoudens met een andere taalachtergrond wordt er thuis ook geen Nederlands gesproken en wordt er bijvoorbeeld ook televisie gekeken in een andere taal. Door kinderen naar het journaal of naar Ketnet te laten kijken in het Nederlands zullen ze al een stuk vlotter Nederlands leren. Het is nu eenmaal voor kinderen moeilijk om een taal te leren als ze, maar de helft van de tijd in contact komen met die taal.

 

Ik denk ook dat het een goed idee is om schoolverlaters toch te begeleiden in hun zoektocht naar een job. Voor veel jobs is een diploma secundair onderwijs niet nodig, maar de schoolverlaters moeten de weg zien te vinden naar die jobs. Tweedekansonderwijs is ook iets wat beter aangepakt kan worden. Op die manier kunnen schoolverlaters hun diploma nog steeds behalen wanneer ze al aan het werk zijn of wanneer ze kinderen hebben waarvoor ze moeten zorgen.

 

Hoewel ik denk dat de dingen die Erik Vos wil aanpakken stappen in de goede richting zullen zijn, denk ik wel dat er verder gekeken moet worden dan enkel de taalachterstand en het ondersteunen van de ouders. Er zijn nog andere redenen waarom jongeren stoppen met school, al zijn die misschien minder gemakkelijk om aan te pakken door het bestuur van Turnhout.

 

Bron: Nws, V. (2025, 2 mei). Oppositie in Turnhout eist actie tegen hoge aantal schoolverlaters: 17 procent van de Turnhoutse jongeren behaalt geen secundair diploma, coalitie gaat ermee aan de slag | VRT NWS: nieuws. VRTNWS. https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2025/05/02/17-procent-van-de-turnhoutse-jongeren-behaalt-geen-secundair-dip/

 

Verdienmodel in plaats van middel om spijbelen tegen te gaan? Spijbelboetes leveren Vlaanderen 10 miljoen euro op

In dit artikel gaat het over de oplossing die de Vlaamse Regering heeft gevonden op het groeiende aantal spijbelende leerlingen. Wanneer leerlingen dertig dagen ongewettigd school missen gedurende twee jaar zal hun schooltoelage worden ingetrokken, vanaf 1 september zal dit al vanaf één jaar gebeuren. Ze schatten dat ongeveer 10.000 leerlingen deze sanctie zullen krijgen, wat ongeveer 10 miljoen euro zou opleveren. Parlementslid Line De Witte van PVDA is hiermee niet tevreden. Zij zegt dat de Vlaamse Regering steeds meer spijbelboetes wilt geven, maar dat er al is bewezen dat dit niet helpt. Zij stelt voor de oorzaken aan te pakken in plaats van de ouders te bestraffen. Het lijkt ook vaker gezinnen met een lager inkomen te raken. Line De Witte is erg streng voor de Vlaamse Regering, "Het illustreert hoe de Vlaamse Regering te werk gaat", zegt ze. "Ze delen boetes uit voor alles wat fout loopt, maar nemen nooit hun eigen beleid onder de loep."

 

Ik ben het eens met Line De Witte, het is al bewezen dat de spijbelboetes geen effect hebben en dat het aantal spijbelaars blijft groeien. Ik denk dat financiële sancties de jongeren niet zullen weerhouden om te spijbelen, vooral omdat zijzelf niet echt gestraft worden maar hun ouders. Het blijkt ook dat het de ouders van spijbelaars niet lukt om hun kinderen naar school te laten gaan, een boete gaat er volgens mij niet voor zorgen dat dit opeens wel lukt. Bovendien worden gezinnen gestraft die het vaak financieel al moeilijk hebben, zodat de kinderen volgens mij niet zullen stoppen met spijbelen, maar eerder zonder diploma de schoolbanken zullen verlaten.

 

Zoals De Witte zegt denk ik dat het nodig is dat er wordt gekeken naar de oorzaak. Jongeren spijbelen meer en meer en de straffen achteraf lijken niet te werken. Misschien is het een goed idee om met spijbelende jongeren meer in gesprek te gaan om te achterhalen waarom ze niet naar school komen.

 

Ik denk dat we terug een positieve drive moeten vinden voor jongeren in het onderwijs.

Veel jongeren zijn schoolmoe en hebben het gevoel dat naar school gaan toch tot niets leidt. Zoals gezegd wordt in het artikel komen de spijbelaars vaak uit gezinnen die het niet breed hebben waardoor het vooruitzicht op verder studeren of het vinden van een stabiele job voor die jongeren misschien ook onmogelijk lijkt. Ik denk dan dat de begeleiding in verband met studiekeuze een oplossing kan zijn, zodat leerlingen beter een richting kunnen vinden waarin ze zichzelf kunnen motiveren.

 

Bovendien denk ik dat er korter op de bal moet gespeeld worden wanneer leerlingen spijbelen. Ik denk dat er vaak nog te lang wordt gewacht met het ondernemen van actie en dat wanneer dit sneller gebeurt er meer aan gedaan kan worden. Ik geloof dat er sneller contact moet worden opgenomen met ouders, waarbij gesprekken met het CLB kunnen worden ingepland om de reden van het spijbelen te achterhalen en aan te pakken. Wanneer dit te lang aansleept, is de bal al aan het rollen en voelt het voor alle betrokkenen als een verloren zaak.

 

Hoewel ik dus snap dat jongeren die niet naar school gaan geen overheidshulp zouden moeten krijgen om hun inschrijving te betalen, denk ik niet dat het versnellen van de straf het spijbelen zal verhelpen. Wanneer de oorzaken tijdig aangepakt worden denk ik dat het stijgen van het aantal spijbelaars gestopt kan worden.

 

Bron:

Nws, V. (2025b, mei 30). Verdienmodel in plaats van middel om spijbelen tegen te gaan? Spijbelboetes leveren Vlaanderen 10 miljoen euro op | VRT NWS: nieuws. VRTNWS. https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2025/05/30/verdienmodel-in-plaats-van-middel-om-spijbelen-tegen-te-gaan-sp/

 

 

De feesten van de heilige christus van Genade in Garachico

Om de vijf jaar zijn er in Garachico op Tenerife grote festiviteiten. Ik had dit jaar het geluk om er een deel van bij te kunnen wonen. Van 23 juli tot en met 3 augustus zijn de straten van Garachico gevuld met allerlei leuke activiteiten waar het hele dorp aan meedoet. De inwoners van dit kleine dorpje aan de kust van Tenerife herdenken dan de uitbarsting van Montaña Negra die Garachico voor een groot deel verwoestte, volgens de verhalen zou de lavastroom gestopt zijn nadat de gelovigen een kruisbeeld door de straten droegen in een processie. Dit werd dan ook een erg belangrijke traditie in de vijfjaarlijkse dorpsfeesten.

 

Er zijn op tussen 23 juli en 3 augustus enkele grote activiteiten zoals de processie van de Christus van Genade en een groot vuur- en vuurbal-spektakel. Verder zijn de straten er heel erg kleurrijk versierd en zijn er enkele parades die door de straten van het dorp trekken met lokaal eten en lokale muziek. Het hotel waarin mijn vriendin en ik verbleven had uitzicht op het marktplein waar een groot deel van de festiviteiten plaatsvonden en waar de stoeten vaak eindigden waardoor wij het geluk hadden om van op de eerste rij te kunnen kijken naar deze leuke evenementen. (Soms tot in de vroege uurtjes)

 

Het was heel erg leuk om te zien hoe deze feesten heel het dorp bij elkaar bracht. Er was enorm veel te doen in het dorp. Overdag werd er druk geoefend voor de voorstellingen die na het avondeten zouden plaatsvinden, dit is in Tenerife vaak pas in de late avond. De mensen waren er vaak verkleed in traditionele kleren en het gemeenschapsgevoel was heel erg te merken. Toen we in Garachico aankwamen en voor het eerst een kijkje gingen nemen in het dorp zagen we al dat er mensen druk bezig waren met het versieren van het dorpsplein met papieren bloemen.

 

Het was heel leuk om te zien dat jong en oud samenkwamen om deze gebeurtenissen te vieren. We zagen kleine kinderen rondlopen in hun traditionele pakjes, maar ook oudere mensen in een rolstoel die met een glimlach naar de optredens aan het kijken waren. Heel het dorp bruiste. Ook tijdens de optochten kregen de kleintjes een rol waarbij ze eten mochten uitdelen vanuit de kar die getrokken werd door de volwassenen.

 

Ik vond het heel erg leuk om een deeltje van deze cultuur te kunnen opsnuiven en als toerist van op een afstandje toe te kijken naar hoe deze gemeenschap hun cultuur vierde. Ook wij werden als toerist heel erg gastvrij behandeld en de mensen van Garachico legden aan ons met veel passie uit wat er allemaal aan de gang was in de straten. Op de marktjes kregen we meteen uitleg over wat ze verkochten en wat de plaatselijke delicatessen waren, waarna we meteen ook een proevertje in de handen gedrukt kregen.

Als je ooit de kans hebt om deze feesten bij te wonen raad ik het zeker aan.

De Ruïnes van Gorlan: het perfecte eerste deel?

 

De keuze voor een jeugdboek was voor mij heel snel gemaakt. Als kind was ik enorm gefascineerd door de boekenreeksen van John Flanagan en dit is de uitgelezen kans om het eerste boek, De ruïnes van Gorlan nog eens opnieuw te lezen. Het is ondertussen heel wat jaren geleden dat ik aan deze reeks begon, maar ik moet zeggen dat ik er ook nu terug helemaal werd ingezogen.

 

De ruïnes van Gorlan stelt de lezer voor aan Will, het hoofdpersonage van de reeks. Will is een kleine, magere jongen die opgroeit in het weeshuis van kasteel Redmond. In het weeshuis is hij vaak het doelwit van pesterijen door en spendeert hij liefst zijn tijd alleen, hoog in een boom. Wanneer de weeskinderen oud genoeg zijn krijgen ze de kans om in de leer te gaan bij één van de meesters van het kasteel. Je kan leren over koken, diplomatie en notariaat, maar Will wil het liefst naar de krijgsschool. Daar wil hij worden opgeleid tot ridder, net als zijn vader. Wanneer de krijgsschool hem weigert omwille van zijn gestalte wordt hij door Halt de grijze jager onder de vleugel genomen. De grijze jagers vormen een geheimzinnige orde, maar al snel komt Will erachter dat hij zijn talenten daar erg goed kan benutten. Wanneer Will en zijn leraar erachter komen dat de vrede in het gedrang komt moeten ze proberen de moord op de koning te voorkomen.

 

Het is een heel erg spannend verhaal. Als lezer heb je de indruk dat het verhaal nooit stilstaat. Er wordt wel veel verteld over de geschiedenis en het verleden van personages, maar dat dient er steeds toe het verhaal vooruit te laten gaan. Het boek leest als een trein en het is heel erg moeilijk om weg te leggen. De ruïnes van Gorlan is dan ook niet zo’n heel dik boek waardoor je er vrij snel door zit en het volgende boek uit de reeks van de plank haalt.

 

Het sterkste punt van John Flanagan vind ik hoe hij personages ontwerpt. In zijn verhalen zijn er heel weinig flat characters. Natuurlijk zijn er personages die er weinig toe doen in het verhaal, maar het overgrote deel van de mensen waarmee Will in contact komt krijgen een eigen persoonlijkheid en achtergrondverhaal. Ook de relaties tussen personages wordt heel erg realistisch beschreven. De relatie tussen Will en Arnaud is daarvan een goed voorbeeld. Arnaud pestte Will graag toen ze samen in het weeshuis zaten, maar nadat ze samen een avontuur beleven ontwikkelt er tussen hen een groot wederzijds respect dat uitkomt in een hechte vriendschap.

 

Wat ik ook erg sterk vind aan de verhalen van John Flanagan is hoe hij zijn wereld uitbouwt. De ruïnes van Gorlan speelt zich af in Araluen, maar in het verhaal wordt ook al een tipje van de sluier gelicht over een grotere wereld buiten Araluen. Zo wordt er gepraat over de woeste Skandiërs uit Skandia en worden er andere landen als Celtica genoemd. Dit geeft de lezer het gevoel dat er nog meer te ontdekken is en dat zorgt er dan weer voor dat je als lezer sneller naar het volgende boek zal grijpen.

 

Ik denk dat dit boek perfect is om te gebruiken in lessen of om aan te raden aan jongeren die niet goed weten wat ze moeten lezen. Flanagan heeft met De grijze jager en Broederband enorm veel jongeren aan het lezen gekregen en ook voor mij waren dit de eerste boeken die mijn zin voor lezen deed bloeien. De verhalen zijn erg inspirerend en geven de lezer een algemeen gevoel van hoop. Will leert de lezer dat als je doorzet, je inzet op wat je goed kan, je alles kan bereiken. Dat vind ik een goede boodschap om mee te geven aan leerlingen.

The Hate You Give

Uit de boekenlijst koos ik voor The Hate You Give van Angie Thomas. Ik zag eerder al de verfilming uit 2018 die me erg aansprak. Jammer genoeg is het thema van het boek er een dat steeds relevant blijft, dat bepaalde ook mee mijn keuze voor dit boek.

 

Het verhaal gaat over Starr, een zwart meisje dat opgroeit in een arme wijk waar voornamelijk zwarte mensen wonen. Zelf gaat ze naar een privéschool waar dan weer voornamelijk witte mensen zitten. Hierdoor heeft ze het gevoel dat ze één voet in beide werelden heeft, maar in geen van beide écht thuis hoort. Wanneer ze na een feestje thuis wordt afgezet door een jeugdvriend worden ze tegengehouden door de politie waarna het ergste gebeurt. Haar vriend Khalil wordt doodgeschoten. Het verhaal volgt Starr in de periode na het incident. Langs de ene kant voelt ze de drang om zich uit te spreken tegen het onrecht dat haar gemeenschap keer op keer wordt aangedaan, maar langs de andere kant is ze bang voor de gevolgen die haar stem kan hebben op haar gezin en zichzelf.

 

The Hate You give kaart racisme en politiegeweld aan in een aangrijpend verhaal. De lezer wordt geconfronteerd met racisme door de ogen van een sympathiek hoofdpersonage. Het conflict binnenin Starr wordt heel erg goed duidelijk gemaakt door haar innerlijke monoloog. De zaken die vaak zwart-wit lijken worden genuanceerd doordat we haar gedachtegang volgen. Dit wordt nog eens versterkt omdat we de meningen van de twee werelden waarin ze leeft ook te horen krijgen.

 

Angie Thomas schrijft vlot en zorgt ervoor dat ook in een verhaal met een heel erg zwaar thema dat de lezer soms eens op adem kan komen met een leuke passage of een vleugje humor. Zo biedt de relatie tussen Starr en Chris soms een adempauze terwijl het soms ook kan zorgen voor spanning.

 

Omdat ik de verfilming al had gelezen wist ik ongeveer wat ik moest verwachten. De film weet echter niet even goed als het boek de diepgang te vatten en te laten zien. De nuance en de strijd van Starr wordt in de boeken heel erg mooi in beeld gebracht, bij de film lukt volgens mij niet echt.

 

Het boek lijkt mij wel te verwerken in de lessen, al zou ik dit persoonlijk eerder bij Engels doen. Het gaat voor een groot deel over Amerikaanse cultuur en het boek is origineel ook in het Engels geschreven. Hoewel racisme bij ons natuurlijk ook een thema is waarover gepraat moet worden, lijkt het mij anders in Amerika dan hier. Ik denk wel dat het een goed boek is om leerlingen aan het praten te krijgen over dit onderwerp, het is heel erg toegankelijk en het biedt een perspectief dat voor velen nieuw zal zijn. Ik geloof ook dat lezen over dit soort thema’s die het wereldbeeld van leerlingen kan verbreden en kan zorgen dat leerlingen leren meevoelen met mensen die racisme en onderdrukking ervaren. Als leerkracht is het volgens mij belangrijk om leerlingen voor te stellen aan zo veel mogelijk (nieuwe) perspectieven.

Maak jouw eigen website met JouwWeb